Uitbarsting

We waren er voor gewaarschuwd. Ze zouden met velen komen en het zou onze tocht moeilijk maken. Maar we hebben geen keus, we kunnen ze niet vermijden. We wisten niet precies wanneer we er voor eerst mee geconfronteerd zouden worden. We wisten niet eens hoe we ze zouden kunnen herkennen. Soms hebben we getwijfeld of we ze al zagen, maar nu is er geen twijfel meer. Nu weten we het zeker. De plaag is uitgebarsten.

Twee dagen geleden begon het. We vertrokken bij Caleta Gonzalo en liepen door het nationaal park Pumalin. Om een uur of tien ’s ochtends kwamen de eersten, een paar slechts, die we nog eenvoudig van ons af wisten te slaan. Maar rond het middaguur waren het er tientallen. Jeannette zet haar pet op, ze loopt liever zonder, zodat pet en nekflap haar hoofd, oren en nek beschermen. Het werkt, eventjes.

Ik loop al met mijn pet op en ik heb niet de indruk dat het veel helpt. Maar ja, mijn pet heeft geen nekflap. Ze cirkelen om mijn hoofd en bovenlijf en blijven stil in de lucht hangen om voorzichtig te kunnen landen. Mijn handen, die de dissels van de wheelie vasthouden, krijgen vooralsnog de voorkeur. Als er een stil in de lucht hangt, op een paar centimeter van mijn hand, probeer ik haar weg te slaan. Meestal sla ik mis. Ze zijn veel te snel, ontwijken met speels gemak mijn hand en hangen daarna weer stil in de lucht.

De Patagonische uitvoering van de paardenvlieg, ook wel daas genoemd, is tussen de twee en drie centimeter lang en bijna een centimeter dik. Ze is bijna helemaal zwart, op een klein, fel gekleurd oranje vestje om haar bovenlijf en piepklein oranje slipje om haar staart na. Ik schrijf ‘ze’, want ze is een vrouwtje. De vrouwtjesdazen willen mijn bloed om eitjes te kunnen leggen. De vrouwtjes zitten met tientallen achter me aan en ik kan ze niet meer van me afslaan.

Er hangt er een recht voor mijn gezicht stil in de lucht, ze bekijkt me, met haar grote zwarte ogen. Ik loop en zij blijft op exact vijf centimeter voor mijn ogen hangen. Ze kan dus achteruitvliegen. Ik ben onder de indruk, maar geen liefde op het eerste gezicht, tenminste niet van mijn kant. Ik kan haar gelukkig net wegslaan voor ze op het puntje van mijn neus probeert te landen.

Een tweede soort daas mengt zich in de strijd om mijn bloed. Deze is grijs-zwart gestreept, iets kleiner en slanker, maar aarzelt minder. Zonder schroom gaan ze onmiddellijk in de aanval en landen in mijn nek, op mijn handen, oren en lippen. Op elk onbeschermd plekje zoeken ze naar een mogelijkheid om toe te slaan en in mijn huid te bijten. Een vrouwtje dat bijt. De liefde is ver te zoeken. Op haar lange snuit heeft ze mesjes zitten die de huid openrijten, zodat ze het bloed dat vrijkomt tot zich kan nemen. Het is goed te voelen dat ze weinig subtiel te werk gaat.

Wanhopig probeer ik te veel tegelijk met mijn handen te doen. Op de grindweg met kuilen moet ik de dissels van de wheelie goed vasthouden om door te kunnen lopen. Op zijn minst één hand heb ik hiervoor nodig, terwijl ik met de andere hand dazen uit mijn nek probeer te plukken en voor mijn gezicht probeer weg te slaan. Even lijken de dazen weg, maar alsof ze het afgesproken hebben gaan ze met zijn allen tegelijk in de aanval. Ik moet stoppen en met twee handen sla ik om mijn heen. Ze landen op mijn oren en met een welgemikte klap sla ik niet alleen twee dazen, maar ook mijn bril van mijn hoofd. Het montuur ligt twee meter verder op de grond. Eén glaasje ligt er naast.

De maat is vol. Ik kan mijn bril repareren, maar tegen de dazen zijn andere maatregelen nodig. We waren gewaarschuwd, dus we hebben onze noodmaatregelen bij ons. Ik zoek het muskietennetje op in mijn tas, sla nog wat dazen van me af en gooi dan het netje over mijn hoofd.

Rust. Dit geeft ineens rust. Ik zie de wereld door een gaasje, het is wat donkerder, maar verder heb ik er geen last van. De dazen weten niet wat ze overkomt. Ze gaan op het netje zitten, maar vinden geen huid meer. Ik bekijk ze lachend door het gaasje als ze met een verbaasde blik wanhopig hun snuit door het gaasje steken op zoek naar huid. Af en toe landt er een op mijn hand, maar die kan ik redelijk makkelijk weer van me af slaan.

De volgende dag is zo ongeveer daasloos. Waar zijn de dazen? Het zijn geen ochtendbeestjes, maar ook later op de dag worden we slechts sporadisch lastig gevallen door een verdwaalde daas. Misschien komt het door de uitbarsting van de vulkaan Chaiten, bijna vier jaar geleden. We komen in het gebied dat in mei 2008 zwaar getroffen is. We lopen door een bos met alleen maar dode bomen. Kale grijze stammen die hoog de lucht insteken. Op de grond groeit weer wat en in een enkele boom kruipt groene klimop traag omhoog, maar het maakt een treurige en trieste indruk. Er is weinig leven hier. Een rivierbedding ligt vol met boomstammen en hoger in bergen staat geen boom meer overeind.

Aan het eind van de dag komen we in het plaatsje Chaiten. Van een afstand lijkt de schade in dit dorp mee te vallen, maar schijn bedriegt. Enorme asregens en een grote modderstroom hebben Chaiten vrijwel volledig verwoest. Iedereen is geëvacueerd en het is onduidelijk of Chaiten ooit weer opgebouwd wordt. Maar enkele bewoners zijn teruggekeerd. Ze hebben hun huis, hostal of restaurant enigszins hersteld en proberen te draad weer op te pikken. De meesten zijn echter weggebleven en hun huizen, of wat daarvan over is, staan leeg. Het zijn de stille getuigen van wat zich hier heeft afgespeeld.

De volgende ochtend, een uurtje na ons vertrek uit Chaiten, zoemen de dazen weer fanatiek rond mijn hoofd. We zullen tot eind januari last houden van deze bloeddorstige beestjes. Dan is het eitjesseizoen voorbij en lusten de vrouwtjes mijn bloed niet meer. Tot die tijd houd ik mijn muskietennetje in de aanslag. Ik overleef het wel, maar of Chaiten weer uit de as zal herrijzen is nog onzeker.

Dit bericht werd geplaatst in Bijzonderheden, Region 10: Los Lagos. Bookmark de permalink .

7 reacties op Uitbarsting

  1. Servaas zegt:

    Hallo Jeanette en Arlen,
    Ik hoop dat jullie dit jaar nog met veel plezier het laatst stuk van de tocht lopen (ook namens Dette)! Het is fantastisch om jullie verhalen te lezen, en te proberen een gevoel te krijgen hoe jullie tocht is.
    Alle verhalen en foto’s vormen een mooi reisdocument.

    Ga zo door!
    Groeten,
    Servaas

  2. dineke zegt:

    Hallo Arlen en Jeannette,

    Mede namens de medewerksters van de wereldwinkel wens ik jullie heel veel voorspoed en geluk in het nieuwe jaar. En dat we nog veelvuldig mogen meegenieten van jullie reisavonturen.

    Groetjes van Dineke

  3. Karl Kusters zegt:

    Arlen en Jeanette,

    De beste wensen voor 2012! Een voorspoedig einde van het laatste stuk van jullie trektocht gewenst!

    Ik heb tijdens wandelingen langs beekjes in de Oostenrijkse alpen ook aardig last gehad van dazen die op je bloed uit zijn, maar zwermen dazen heb ik gelukkig niet hoeven trotseren. Gelukkig maar want ik was niet zo goed uitgerust als jullie.

    Chili was trouwens laatst weer op het NOS nieuws op TV, nu in verband met een foto die Kadir van Lohuizen gemaakt had van de Pan American Highway die door Patagonie gaat. Waarschijnlijk heb je al van hem gehoord, maar hij is met een trektocht (niet te voet hoor, maar per ‘openbaar vervoer’) bezig van Zuid naar Noord. Hij is begonnen in het Zuiden van Chili en wil eindigen in het Noorden van Alaska. Hij is momenteel op de grens van Mexico en de USA en bestudeert de migratie in Zuid/Noord-Amerika (projekt dat o.a. gesteund wordt door de VPRO). Je kunt zijn blogs lezen op:
    http://www.viapanam.org/viapanam/blogs

    De rommel in Chaiten doet me denken aan het grof vuil dat we zelf onlangs aan de straat hebben gezet. We zijn eens goed aan het opruimen geslagen deze kerstvakantie en dan blijkt weer wat een troep een mens toch allemaal kan verzamelen in pakweg 10 jaar tijd. Nu hebben we weer genoeg ruimte gecreeerd om nieuwe dingen op te slaan!

    Groetjes,
    Karl

  4. Wilma den Breejen-Buhrs zegt:

    Wat zijn jullie toch diehards! Ik wens jullie voor 2012 nog een paar dappere, ongeschonden maanden van lopen toe en een prachtig einde van jullie tocht!
    Overigens weer een erg mooi beschreven realistische toevoeging aan jullie blog!
    Ik hoop dat er een boek uitkomt van jullie tocht!
    Voor nu weer een goede loop, zonder beestjes of andere remmende elementen!
    Warme groet!

  5. Marcel zegt:

    Dag Arlen en Jeannette,
    Dat wordt nog even afzien tot eind januari! Ik ben tijdens het schilderen van (de buitenkant van) mijn huis ook een aantal malen gebeten (inderdaad, steken doen ze niet) door een daas, doet gemeen pijn. Ze komen vooral voor op vochtige plaatsen die naast zon ook wat schaduw bieden, dus als jullie dit soort plaatsen kunnen voorkomen heb je er misschien minder last van. Mooie close-up trouwens van de daas (zit ie op Arlen’s of Jeannettes’ duim?)
    De allerbeste wensen voor het nieuwe jaar 2012!

    Groet, Marcel

  6. Marijke van Yperen zegt:

    Oh, ik zou helemaal hysterisch worden van die beesten, alles wat kan prikken prikt mij altijd dus het zou afzien zijn! Ik hoop dat de muskietennetjes het ergste tegenhouden. Overigens allebei een gelukkig, gezond en avontuurlijk 2012 toegewenst! groetjes van Marijke

  7. Hennie van den Broek zegt:

    Zo wat kan een vulkaanuitbarsting veel ellende te weeg brengen. Erg triest zoals het eruit ziet.
    Groetjes Hennie.

Geef een reactie op Hennie van den Broek Reactie annuleren