Hoog en droog

Ik ben het lopen verleerd. Tenminste, het lijkt alsof ik niet meer goed kan lopen. Elke pas kost me kracht en voortdurend staan mijn spieren gespannen. Ik voel mijn kuiten, de pezen in mijn knieholte doen pijn en zelfs mijn heupen protesteren. Achter mij trekt Jeannette kromgebogen aan haar wheelie. Ook zij heeft het zwaar. Nog even, dan zijn we boven aan de pas. Een pas op 2170 meter hoogte. Ik had niet gedacht dat we zo snel na de altiplano al weer op deze hoogte zouden komen.

Ruim drie dagen geleden, op zondag 6 augustus, zijn we uit Antofagasta vertrokken. Daar liepen we op zeeniveau over de boulevard, maar al snel ging de weg omhoog. Landinwaarts naar La Negra aan de ruta 5, de panamericano, op ongeveer 500 meter hoogte. Van daaruit lopen we parallel aan de kust naar het zuiden, maar het gaat alleen maar verder omhoog, eerst langs de ruta 5, daarna over de B-710, de weg naar Taltal. Inmiddels is het woensdag 10 augustus, zijn we bijna 95 kilometer verder, en hebben we alleen maar omhoog gelopen. Een klim van 95 kilometer. Oké, het is geen steile klim, maar we zijn geen enkele keer een stukje gedaald. 95 kilometer vals plat, met de nadruk op vals, voortdurend het gevoel dat lopen niet vanzelf gaat, voortdurend bij elke pas kracht zetten om vooruit te komen, geen enkel moment ontspanning.

In La Negra hebben we voor de laatste keer kunnen douchen en zagen we de laatste huizen. Sinds La Negra lopen we door verlaten gebied. Er groeit hier niets, we zien geen dieren en mensen hebben hier al helemaal niets te zoeken. Het is gortdroog in de Atacama woestijn, de droogste woestijn ter wereld. Gelukkig hebben wij Mauricio, een gids uit Antofagasta. Gisteren is hij ons brood, appels en bananen komen brengen en heeft hij water voor ons langs de weg neergezet. Elke tien kilometer staat er een vaatje water van vijf liter, tot de eerstvolgende plaats, Paposo, bijna 160 kilometer vanaf La Negra. De vaatjes water heeft Mauricio netjes in een tas met een kaartje eraan langs de kant van de weg gezet. Op het kaartje staat dat het water voor ons is.

Ik merk dat ik steeds minder kracht hoef te zetten bij elke volgende stap die ik zet. Ik kan grotere passen maken en ineens is het goede gevoel er weer. Het gevoel te kunnen lopen, zonder dat ik voel dat ik loop. Het gevoel dat lopen vanzelf gaat, alsof ik het nooit verleerd ben. Ik ben bovenop de pas en even, heel even, loopt de weg horizontaal, dan gaat de weg heel langzaam omlaag. De wheelie is gewichtloos. Ik hoef niet meer te trekken en te werken. Ik kan mijn rug weer rechten, mijn blik is niet meer gericht op het asfalt een halve meter voor me, maar ik kijk naar de horizon in de verte.

We lopen een grote vlakte in, of beter, een enorme kom. De licht glooiende vlakte is rondom omgeven door bergen. De weg voor ons loopt ongeveer acht kilometer licht omlaag. Dan zijn we een paar honderd meter gedaald en staan op de bodem van deze immense kom. Vervolgens loopt de weg weer acht kilometer omhoog. We stijgen weer een paar honderd meter. Dat valt tegen. Het lopen kost weer kracht en er is een harde wind gaan waaien. Mijn ogen prikken door de droge lucht en het stof. Als ik boven aan de pas kom hoop ik dat de ik de weg voor me heel langzaam zie dalen en dat we geen klimmetjes meer hebben. Maar de aanbik is vrijwel hetzelfde als bij de vorige pas. We lopen weer een reusachtige kom in en ongeveer 15 kilometer verder ligt de volgende pas op ons te wachten.

In deze kom, in een enorme steenvlakte gaan we kamperen. Onze watervoorraad is dankzij de vaatjes van Mauricio helemaal op peil dus we besluiten dat het tijd is voor een wasbeurt. We kleden ons helemaal uit en staan naakt in de woestijn. We zepen ons in. We staan ongeveer vijftig meter van de weg af. Het is een rustige weg, maar af en toe komt er een bus of vrachtauto voorbij. Bijna alle auto’s die we zien toeteren naar ons. Nu niet. Zien ze ons niet? En rijdt die bus nu heel langzaam voorbij of lijkt dat maar?

Het is nog ongeveer 25 graden, maar door de harde wind krijgen we het snel koud. Terwijl we ons afspoelen zakt de zon weg achter de bergen. Veel eerder dan ik gedacht had. Nog geen half uurtje geleden stonden we zwetend onze tent op te zetten en nu staan we te verkleumen en weten we niet hoe snel we ons af moeten drogen. Overdag was het 35 graden. De chocolade die we bij hadden is volledig gesmolten en een vormeloze massa geworden. Hij is bijna vloeibaar als ik hem uit de tas haal, maar ’s avonds bij de koffie kunnen we er toch nog chocolade van maken en er een paar brokken van afbreken. ’s Nachts merken we hoe het is om in de woestijn te kamperen. Het koelt af tot vijf graden onder nul. Ik had ook niet verwacht dat we zo snel na de altiplano nog vorst mee zouden maken. In onze tent blijft het kwik steken bij drie graden (boven nul). Geen enkel probleem met onze slaapzakken van Soellaart (de beste die er zijn, te koop bij Soellaart in Haarlem).

De volgende dag lopen we de hele dag op een hoogte van ongeveer 1900 meter. We lopen van ‘kom’ naar ‘kom’ en elke volgende klim is steeds een beetje minder hoog, maar echt veel dalen we niet. Het lopen gaat niet vanzelf, maar toch hebben we er geen moeite mee om zo’n dertig kilometer per dag te lopen. Wat moeten we anders, in de woestijn. Er zijn geen terrasjes om even lekker uit te rusten en de zon brandt de hele dag. Als we pauzeren doen we dat het liefst bij een groot verkeersbord. Ze ontsieren het landschap maar in de schaduw van zo’n bord kunnen we even aan de brandende zon ontsnappen.

Vandaag, de vijfde dag na ons vertrek uit La Negra, gaan we dalen. We zijn inmiddels op 34 kilometer van Paposo en in één dag lopen we van 1950 meter hoogte naar zeeniveau. We krijgen pijnlijke benen van het dalen, maar het lopen gaat snel. Al om vier uur lopen we Paposo in. In vijf dagen door de woestijn. In vijf dagen bijna 160 kilometer gelopen. Na vijf dagen weer een douche, een koude douche, maar wel een douche. Daar fris ik dubbel van op.

Dit bericht werd geplaatst in Region 2: Antofagasta. Bookmark de permalink .

4 reacties op Hoog en droog

  1. Renee van Limborgh zegt:

    Sjonge, jonge, wat zijn julllie aan ’t ervaren! Soms lees ik een stukje van jullie verhaal en denk ik dat het heel erg moeizaam en zwaar moet zijn, soms denk ik ook:’kon ik dit doen, was ik hier nu! ‘
    Toch denk ik dat het een vreselijke kick geeft de ontberingen te overwinnen. En jullie hebben elkaar!

    Keep on strolling;) Renee uit Breda.

  2. Theo en Francine Deliën zegt:

    Arlen en Jeannette

    Ook hier in Tilburg kunnen we jullie “op de voet volgen” en onze bewondering willen we niet onder stoelen of banken steken; geweldig jullie zo samen. Petje af. Mooie foto’s geven ons een indruk wat jullie allemaal tegen komen (of niet). Heel veel succes nog gewenst!!
    Theo en Francine Deliën (oom en tante van Erma en Frans)

  3. marjon zegt:

    Ha Arlen en Jeannette, het blijft toch steeds een uitdaging met vaak moeilijke stukken waar je doorheen moet… knap dat jullie dat volhouden! De douche en even wat meer luxe zijn jullie dan ook van harte gegund. Geniet ervan! maar dat zal zeker lukken. De verhalen zijn boeiend om te lezen. We wensen jullie een goed vervolg in niet te zware omstandigheden en veel plezier. groetjes van iedereen, Marjon

  4. Alice Poelstra zegt:

    Beste Jeanette en Arlen, we hebben per toeval jullie website gevonden en volgen jullie tocht vanuit Miami. Ik vind het geweldig wat jullie doen! Veel sterkte en plezier! Alice.

Plaats een reactie